“See, this is raw mango,” wijst P. me aan in de Indiaase supermarkt waar we samen staan.
Ik kijk totaal verbouwereerd naar de (in mijn ogen) doodnormaal uitziende mango in een kartonnen doos.
“As opposed to the chemically manufactered mango in the Albert Heijn?” vraag ik enigszins sceptisch.
“No seriously,” P. houdt vol. “It’s white on the inside and it’s very tangy, we use it the way some people use lemon or lime in their dishes.”
Ik pak de mango en bekijk hem met andere ogen; mijn scepsis is met P. altijd zeer kort als het om eten gaat: P. weet meer dingen over eten, kruiden en bereidingen in haar slaap dan dat ik na drie uur opgesloten met mijn favoriete kookboeken zou weten.
Ik gooi hem in mijn mandje en loop verder achter P. de supermarkt door. Bij ongeveer alles dat ze aanwijst zegt ze zodra ik het pak: “No, no, no. I have some at home, I’ll give you some to try.”
Uiteindelijk krijg ik het voor elkaar om een zakje gedroogde chilipepers, de rauwe mango en een potje pickled mango af te rekenen, en lopen we samen terug naar huis. P.’s hondje snuffelt nieuwsgierig aan alle bosjes en blaadjes die we tegenkomen, dus heel snel zijn we niet.
Gisteren is P. mijn ouders even gedag komen zeggen. Die waren komen eten en P. appte me of ik wat dahl en een chocolate parantha wilde (mijn antwoord is vrijwel altijd ‘ja’ als ze me eten aanbiedt). Toen ik zei dat mijn ouders over de vloer waren, vroeg P. me of ze hen even mocht ontmoeten. “It’s been so long since I’ve seen my parents or any elders,” zei ze. “I would like to see their faces.”
Toen P. naar boven kwam en vriendelijk met mijn ouders converseerde, parkeerde ik de dahl in de koelkast en pakte ik voor haar wat van de pompoen-pancetta pasta die ik had gemaakt, en de hazelnoot-abrikozen-cake die Vincent had gebakken die dag.
Als ik de woonkamer weer binnenkom hoor ik P. vertellen over hoe door veel moeilijker het voor haar is om haar familie te missen in de huidige omstandigheden; je kunt niet meer ‘zomaar’ een ticket boeken naar je familie in het buitenland.
De week ervoor was ik vrijdagavond bij P. over de vloer. Ik had eten bij haar thuisafhaalservice besteld omdat Vin ergens anders was en ik geen zin had om te koken. Uiteindelijk bleef ik anderhalf uur bij haar aan de eettafel zitten terwijl zij het eten opwarmde en het gerechtje na gerechtje aan me serveerde terwijl we aan het kletsen waren.
Ik vertelde haar over het huis waar Vin en ik waren gaan kijken. “I thought we already put that behind us,” plaagde ze, refererend aan een eerder koophuis waar Vin en ik hadden gekeken maar wat we toch niet leuk genoeg vonden om voor te verhuizen, waarna P. had gezegd “Good, that means we’ll stay neighbors.”
Haar dochter kwam naar beneden om nieuw bestelde schoenen te laten zien, haar man kwam thuis van een lange werkdag en pikte de rest van de keuken leeg, en P. en ik hingen kletsend samen nog wat aan de eettafel voordat ik uiteindelijk met een paar half leeggegeten bakjes (ik had nog wat over) weer naar mijn eigen huis vertrok.
Mijn band met P. ontstond een beetje in horten en stoten, maar nu we elkaar kennen bestaat het gewoon: onze vriendschap. Tijdens de lockdown gingen we eten uitwisselen en spraken we elkaar alleen heel kort bij haar voordeur, en verder via Whatsapp. Toch was er genoeg om contact te maken, te houden en uit te breiden. Vin en ik gingen langs op de koffie, P. en ik laten samen haar hond uit, en P. lette op onze katten toen we een nachtje weg waren in september.
Ik kan me niet eens voorstellen hoe ingewikkeld het expatleven kan zijn, maar P. is een gedecideerde en voortvarende vrouw. “If you want a good friend, be one,” leerde ze van haar moeder. En dus is ze vriendelijk, open, uitnodigend en reageren daar soms mensen op zoals ik. Die dan ineens vrienden en vriendinnen worden.
“You remind me of an Indian celebrity,” zei ze laatst. “Twinkle Khanna. Very smart woman who just does her own thing, follows her passions. I like that.”
En zeg nou zelf, een vriendin die totaal nieuwe werelden voor je opent — van rauwe mangos tot totaal nieuwe kruiden, van levenservaringen die je zelf niet hebt tot wereldsterren van wie je zelf anders nooit had gehoord.
Wie wil dat nou niet?