Afgelopen april bracht Des, een van mijn favoriete bloggers sinds forever, een boek uit: Ik ben er (ook) nog.
Nadat ze het jaar daarvoor een zine had gemaakt (De Liefde) die ook door haar lezers gekocht werd, gaf dat Des de motivatie en het vertrouwen dat ze nodig had om haar eerste boek te schrijven. .
Ze maakte het vrijwel helemaal zelf: ze gooide er een redactieronde van iemand overheen, regelde nog iemand voor een cover en zorgde voor een IBSN nummer…en toen had ze een boek. De eerste druk, vijftig stuks, verkocht uit. De tweede druk ook.
Als fan van het eerste uur kocht ik het boek van Des.
IBEON
Wat was het mooi. En lief. De beeldschone rauwheid van een gezinsleven met kinderen. Het intieme, warme inkijkje in het leven van Des met drie zonen. De liefde en de chaos, de humor en het ongemak, de vermoeidheid, alle emoties van het spectrum over je geliefde, je kinderen, alles. De confrontatie(s) met jezelf als je je hebt laten kennen, hoe naar het kan zijn als je in een zwak moment de lelijkste kant van jezelf niet kon beteugelen.
Ik vond het mooi. Maar ook: het boek van Des deed iets met mij. Het raakte mij op een plek van binnen waar ik eigenlijk nooit naartoe reis: de moeder in mij.
Ik ben er (ook) nog raakte de moeder in mij. Die zien jullie niet of nauwelijks, maar die heb ik echt. Net als Des geloof ik dat we die allemaal hebben, ook als we geen kinderen krijgen. Dankzij de dingen die ik las in haar boek kijk ik milder en warmer naar dat stukje in mezelf dan voordat ik haar boek las. En dat is nog los van het lieve berichtje dat Des in mijn boek schreef, voor mijn ogen bedoeld, waarmee ze me ook raakte.
Kan best wezen dat Des “maar” 100 (150 inmiddels?) exemplaren heeft verkocht van haar boek. Maar 1 van die 100 mensen heeft ze zodanig geraakt met haar berichtje en haar boek, dat diegene daardoor anders naar de dingen kijkt. That is nothing to sneeze at, my friends.
En los van wat haar boek met mij deed: ik vond het fantastisch dat Des het zo deed met haar boek.
Omdat ze het gewoon deed, en het mocht ‘klein’ zijn.
Groots in kleinheid
Ze schrijft hier natuurlijk zelf veel beter over haar denk- en werkwijze, maar ik vond en vind het zo knetterinspirerend.
Het hoefde niet te wachten op bevestiging van anderen, het had geen rigide voorwaarden over uitgeverijen, aantallen of aandacht. Er waren geen eisen aan de uitkomst. Het hoefde niet viral te gaan, niet groot te worden*, geen ‘overnight succes’** te worden om gedaan te worden.
Des wilde een boek schrijven, en dus schreef ze een boek.
In de vorige Self Help Hipster podcastaflevering praat ik ook over dit onderwerp: er gaan zoveel vette projecten al dood voordat ze überhaupt ooit gemaakt zijn omdat we al meteen beginnen te mitsen-en-maren, omdat we al meteen denken aan wat andere mensen er misschien van zullen vinden, omdat we vinden dat als we het doen het toch wel tenminste zus-en-zo veel of zo groot moet zijn.
Hypothetische situaties: ultieme killers
En mijn god, alle “wat als”-scenarios die in je hoofd doorlopen moeten worden voordat je kunt beginnen aan een gek boekidee, aan een grappige tekeningenserie, aan een Youtube kanaal of een graphic novel bookstagram.
Wat als niemand anders het leuk vindt?
Wat als niemand me gaat volgen als ik aan iets nieuws begin?
Wat als mensen het raar vinden?
Wat als maar één iemand mijn e-book koopt?
Wat als wat ik doe geen overweldigend-geen-enkel-iemand-heeft-er-iets-op-aan-te-merken succes wordt?
…Nou, eh, schatje…
Nou en?
Dan vind jij het toch leuk? Dan doe je het toch gewoon omdat jij energie krijgt van iets nieuws ondernemen? Dan vind je oom, je klasgenoot, je buurvrouw of je moeder er maar iets van? Geef je die tenminste nog eens wat nieuws om over te vinden; is voor die mensen ook hartstikke fijn. Dan koopt maar één iemand je e-book? Hopelijk is diegene er blij mee.
Er sterven meer mooie, leuke, grappige en interessante projecten omdat we zelf vinden dat het niet groot(s) of perfect is en daarom niet telt, en daarom net zo goed niet gedaan kan worden.
Denk toch eens aan de hoeveelheid leuke dingen die hierdoor niet bestaan.
Projecten die een aantal mensen heel erg blij hadden kunnen maken, zelfs heel erg hadden kunnen raken zoals Des’ boek mij raakte.
Dat is toch ontzettend zonde?
Jij gaat niet over de uitkomst, lieverd
Weet je wat ik mezelf vertel voordat ik een stukje online gooi, voordat er weer een boek uitkomt, voordat ik weer eens een uur mijn cohost heb sufgeluld?
Wat hiermee gebeurt, bepaal ik niet. Daar ga ik niet over.
Het enige dat ik moet doen, is maken wat ik wil maken. Doen waar ik enthousiast van word, waar ik blij van word, wat ìk interessant, grappig of gaaf vind. Dat is mijn enige taak. Doen waar ik me creatief geïnspireerd toe voel.
Daarna, als het in de wereld is, dan zit mijn taak er op. Dan mag ik naar het volgende.
Het hoeft er maar één te zijn voordat het telt
Ook kleine creatieve projecten mogen er zijn.
Moeten misschien zelfs, omdat er zoveel ruimte in onze levens is voor kleine liefdevolle projecten. Niet iedereen heeft tijd, ruimte en energie voor groots, maar vrijwel iedereen heeft een kleiner, creatief idee in hun hoofd dat ze er nog niet uit hebben durven laten.
En als er ook maar één persoon** door deze blog denkt “fuck it, ik leef maar één keer dus ik maak die blog/dat boek/dat schilderij/die brief voor mijn oude geliefde/dat grappige Youtube filmpje/een uitgebreide lunch met confetti en champagne voor mijn vriendinnen/die lieve DM naar iemand die ik gaaf vind” dan heeft dit stukje een prima doel gediend.
Het hoeft niet groot(s) te zijn om te vermaken, inspireren, en te tellen.
Dus ga het gewoon doen.
*Er is trouwens OOK niks mis met wèl grootse dingen willen doen. Je mag absoluut die wervelwind van een grootste, overweldigende ervaring najagen. Dat is ook fantastisch. Het werkt alleen voor de meesten van ons zò verlammend dat het goed, fantastisch, GROOTS moet zijn omdat we het anders net zo goed niet kunnen doen. Vinden we zelf dan.
**Dat bestaat trouwens niet maar dat is een stukje voor een andere keer.
***En fuckit. Als ik het zelf ben is het ook goed.