Het vierde huis waar we gaan kijken is in dezelfde straat als het eerste huis: het lieve straatje dwars door de Gouden Buurten heen.
Ik ben ietwat afgeleid door de drie prachtige Britse kortharen die loungen op de bank en eettafel, maar vind het geweldig dat de huidige bewoners een katteluikje in de muur hebben gemaakt naar de kattenbakken in de voorraadkast.
Dit is ook een heel mooi huis, met een superleuke voorgevel en een wilde, bijna tropische tuin die Vin meteen haat en ik hilarisch vind. Het huis heeft al zonnepanelen, maar geen twee kamers op de zolder: in dit huis staat daar normaalgesproken een treinset — ook iets wat ik geweldig vind. Wat dat betreft snap ik nu iets meer waarom mensen zo Funda-obsessed kunnen zijn; die inkijkjes in andere levens zijn fascinerend.
We kijken oprecht geïnteresseerd rond, maar de regenwoudtuin (‘daarvoor ga ik wel naar Blijdorp’ aldus Vin) en de zolder (‘ik wil gewoon kamers,’ zeg ik ook al weet ik ook heus wel dat je die kunt laten bouwen) maken toch dat we geen bod doen.
En ondertussen staat dat eerste huis nog steeds te koop.